nieuwbouw

Wordt 2024 een rampjaar voor de woningbouw?

Maastricht – Wordt 2024 een rampjaar voor de woningbouw? Het Economisch Instituut voor de Bouw geeft aan dat de nieuwbouw nu al sneller terugloopt dan gedacht. In Limburg regeert vooralsnog een voorzichtig optimisme. „Doemdenken brengt ons niet verder. We moeten de mouwen opstropen.”

In de Woondeal met minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting is afgesproken dat Limburg tot 2030 aan de lat staat voor 26.550 nieuwe woningen met een ambitie voor 20.000 extra. Gemiddeld dus 3300 tot een kleine 6000 per jaar. Aantallen die onder de huidige omstandigheden niet realistisch zijn. Dit jaar zijn tot en met mei 1300 nieuwe wooneenheden gerealiseerd.

Volgens gedeputeerde Michael Theuns is de rol van stikstof hierin nog beperkt. Het speelt weliswaar een rol, maar in Limburg ligt geen enkel woningbouwproject uitsluitend om die reden stil. Het gaat altijd om een giftige cocktail met daarin ook andere knelpunten. Zoals de stijgende rente, hoge bouwkosten, schaarste aan sommige materialen en een tekort aan bouwlocaties. Om nog maar te zwijgen over de trage vergunningverlening en het tekort aan gemeenteambtenaren met specifieke kennis over bouw- en natuurwetgeving.

De wens om te bouwen is er zeker. Iedereen wil woningen, iedereen heeft plannen, toch komen ze maar moeizaam van de grond. Theuns durft in afwachting van de nieuwste Etil-cijfers voor dit jaar geen aantallen nieuwbouw te voorspellen. „Het wordt een tour de force om afspraken na te komen. Maar doemdenken brengt ons niet verder. We moeten de mouwen opstropen en kijken wat we ondanks alle belemmerende factoren wel kunnen.”

Samenwerking
Faciliteren in plaats van reguleren. De provincie Limburg stimuleert samenwerking tussen gemeenten, corporaties, ministeries en marktpartijen. Verder investeert ze vijf miljoen euro om bouwplannen de komende vier jaar van de grond te tillen.

„Niet door onrendabele toppen te financieren, want daar los je de problemen niet mee op”, aldus Theuns. „Het geld is bestemd voor een woonbrigade; een team van experts – intern vanuit het provinciehuis en inhuur – dat gemeentes, corporaties en woningmarktpartijen gaat ondersteunen bij het realiseren van gemaakte woningbouwafspraken.”

De provincie gaat vanaf september proefdraaien met een zogeheten regionale versnellingstafel. Provincie, gemeenten, Rijk en corporaties schuiven aan: ze bespreken veel voorkomende problemen, maar grijpen ook in bij knelpunten en doorbreken impasses. Problemen die in meerdere regio’s spelen of die om een landelijke oplossing vragen, kunnen worden opgeschaald naar de landelijke versnellingstafel.

„Qua bouwvergunningen doet Limburg het niet slecht”, meent Theuns. In het eerste kwartaal van dit jaar zijn er door de Limburgse gemeenten in totaal 450 verleend. Maar daarna begint de uitdaging pas echt.

Gedeputeerde Michael Theuns.
Gedeputeerde Michael Theuns. — © Jeroen Kuit

Krimp
Bouwend Nederland vindt de verwachte landelijke krimp in de bouw ‘behoorlijk wrang in een periode waarin juist groei zou moeten zijn en waarin zoveel mensen op zoek zijn naar een betaalbare woning’. Experts wijten de teruggang naast de stijgende rente en bouwkosten ook aan ‘het gevoerde beleid en terugtrekkende investeerders’.

Dat laatste speelt nadrukkelijk in deze provincie. Limburg is ‘klein bier’; de bouwopgave is ‘bescheiden’ afgezet tegen de landelijke taakstelling. Voor investeerders renderen de Randstedelijke gebieden met forse bouwopgaves veel beter.

Tijdelijke woningen, zo werd lang gedacht, zijn de snelste manier om het woningtekort in te lopen. Het grootste deel van die zogeheten flexwoningen staat evenwel in de opslag, zoals bij Peters Bouw en Onderhoud in Horst. „Het vinden van een geschikte locatie is al lastig”, aldus de gedeputeerde. „Woningen moeten ook kunnen worden aangesloten op nutsvoorzieningen. En niet zelden ontbreekt het aan draagvlak onder omwonenden.”

Voor het bouwen van nieuwe woningen wordt in Limburg eerst gekeken naar beschikbare plekken binnen dorpen en steden. Het provinciebestuur zal gelet op de urgentie, soepeler omgaan met nieuwbouw aan de randen van bestaande kernen. „Mits dat type woningen voldoet aan de behoefte en er een stukje vergroening tegenover staat van de bestaande bebouwing.”

Nieuwbouw moet bij voorkeur met elektrisch materieel gebeuren. ‘Ja graag, maar waar is het stopcontact?’, is een steeds vaker gehoorde klacht van aannemers. De stroomstop speelt ook de bouw danig parten. ‘Als we het materieel niet kunnen opladen met een zware stroomaansluiting op de bouwplaats, dan is dat een serieus probleem.’

Val kabinet
Minister Hugo de Jonge had grootse hervormingsplannen. Minder inspraak, het mes in bezwaarprocedures en een versnelde vergunningverlening. Daarbovenop een startbouwimpuls van 250 miljoen euro voor projecten die door veranderde economische omstandigheden dreigen stil te vallen.

Dat Nederland geen volledig functionerende regering meer heeft, zorgt in de top van enkele grote bouwbedrijven voor enige onrust. De sector vreest na de val van het kabinet voor vertraging, omdat een groot deel van De Jonges plannen nog in de steigers staat.

Verkiezingen in november en een nieuw kabinet mogelijk pas vlak voor de zomer van 2024. „We zullen er bij de demissionair minister op aandringen ervoor te zorgen dat de uitvoering van de Woondeal geen vertraging oploopt”, aldus Theuns.

Het project Le Sud op de Groene Loper in Maastricht staat vol in de steigers.